Vitamine C in de spreekkamer

Op de cover van het NTvG van 6 april 2023 wordt in woord en beeld de urgentie van een toereikende vitamine C voorziening in de schijnwerper geplaatst. In het licht van de niet geringe kans om een lage vitamine C inname aan te treffen in de spreekkamer, lijkt ons deze oproep van de NTvG redactie een uitstekende keuze. Men vermoedt dat ondanks een aanzienlijke prevalentie, de vitamine C status in de praktijk ongetwijfeld wel vaker over het hoofd gezien wordt. Tot zo’n jaar of tien geleden was deze blinde vlek ook al eens voor vitamine D het geval. Met een oplage van 20.000 bereikt dit wekelijkse vakblad voor reguliere zorgprofessionals met haar appèl in elk geval alvast een omvangrijke deel van deze beroepsgroep.

De openhartigheid siert de auteur, Prof. Y. Smulders, wanneer hij in zijn redactionele column erkent dat hij in zijn lange carrière als clinicus, vitamine C in zijn spreekkamer ongetwijfeld meermaals over het hoofd gezien móet hebben. Hij kan “op de achterkant van een bierviltje uitrekenen” dat de kans niet klein is dat dergelijke casuïstiek herhaaldelijk aan zijn aandacht ontsnapt is in de decennia dat hij werkzaam is. “Het komt veel voor…” zegt hij over de aantallen (verderop meer over de exacte getallen). “Wist ik, of – beter wellicht – realiseerde ik me toen maar wat in dit nummer staat”. Beschouwingen die hij overigens ook expliciet aan jongere collega’s collega’s richt, want het is natuurlijk onmogelijk nooit niets over het hoofd te zien. Maar wanneer het casuïstiek met een aanzienlijke frequentie betreft is dat alleen al dat getal matige argument toch extra reden voor alertheid.

Want met deze extra alertheid voor de vitamine C status, valt waarschijnlijk aanzienlijke gezondheidswinst in de spreekkamer te behalen. Want ook uit recent onderzoek blijkt dat de vitamine C voorziening bij aanzienlijke delen van de bevolking extra aandacht verdient. In sommige bevolkingsgroepen blijkt tot wel 1 op de 6 vrouwen en zelfs 1 op de 4 mannen een vitamine C bloedspiegel te hebben die aandacht of professionele toewijding verdient. Soms gewoon omdat er meer vitamine C rijke voeding geconsumeerd dient te worden, soms ook om andere redenen. Maar eenvoudigweg aannemen dat iedereen automatisch voldoende vitamine C binnenkrijgt blijkt dus niet te kloppen. Want tussen “wat ons geadviseerd wordt” en “wat we daadwerkelijk doen”, daar zit regelmatig behoorlijk afstand tussen. Een goede gevarieerde voeding blijft gewoon belangrijk. Een fundament voor onze gezondheid.

Lange geschiedenis

In 1740 eeuw ontdekt James Lind dat het eten van sinaasappels en citroenen tot een enorme verbetering van de conditie van tandvlees, darmen, gewrichten en productiviteit bleek te leiden bij zeelieden die op hun maandenlange reis vaak verstoken bleven van vitamine C. Zijn voor die tijd revolutionaire onderzoek, wellicht het eerst gedocumenteerde placebo-gecontroleerde onderzoek, werd gepubliceerd in het boek Treatise of the Scurvy. Een ware revolutie in de research methodologie én de gezondheidszorg tegelijk. “Scurvy” was niet alleen een veel voorkomend, maar ook een groot probleem dat bij zeelui de gezondheid ernstig onder druk kon zetten.

scheurbuik bij zeelui


Niet verwonderlijk dus dat deze vitamine C de wetenschappelijke naam a-scorb-inezuur verleend werd. Het oudhollandse woord “scorbut” en het engelse “scurvy” is er nog eenvoudig in terug te herkennen. Doordat bijna alle weefsels ascorbinezuur nodig hebben, heeft een goede voorziening gunstige effecten in het gehele lichaam.

Eerste beschrijvingen die wijzen op aandacht voor vitamine C rijke voedingsmiddelen bij behandelingen ten behoeve van gezondheid zijn overigens al beschreven in de ‘Ebers-papyrus’. Deze schriftrol met informatie hierover dateert uit het Egypte van ongeveer 1550 v.Chr. Dat is dus meer dan 3000 jaar vóórdat James Lind zijn bevindingen deed!

Overigens bleef ook nog 200 jaar ná de ontdekking van James Lind, een zorgwekkend lage vitamine C inname regelmatig een punt van aandacht onder zeevaarders. Naast ontbrekende communicatie over het cruciale belang van de juiste voeding voor deze waterreizigers, zal ook het gebrek aan een stevig “patentverdienmodel” op citrusvruchten ook toen waarschijnlijk niet meegeholpen hebben in de implementatie van deze kennis.

En ondertussen zijn we alweer een aardig eind op weg in de 21e eeuw. En ook nu nog, zo blijkt wel uit de datum van de recente NTvG publicatie, krijgt het implementeren van dergelijk “laaghangend fruit”- kennis voor de volksgezondheid nog niet vanzelfsprekend de aandacht die het verdient. Waarschijnlijk hebben we een aantal creatieve economen nodig die ons aan een concurrerend “verdienmodel op gezondheid” helpen.
Ondertussen mogen visionaire entrepreneurs, die een bijdrage aan de gezondheid van hun werknemers willen leveren, zich gewoon bij Vitaminecompleet melden natuurlijk.

Aandacht voor vitamine C in de 21e eeuw

Vitamine C treffen we in diverse plantaardige voedingsmiddelen in wisselende mate aan. Waarbij voor velen een verrassing is dat veel groentesoorten (b.v. broccoli, of paprika of rode peper) een hogere vitamine C concentratie bevatten dan sommige gangbare fruitsoorten zoals banaan, appel of peer. Kiwi, bosbes of citrusvruchten bevatten dan juist weer relatief veel ascorbinezuur. Jaarlijks blijkt uit honderden wetenschappelijke publicaties dat we overigens nog lang niet alles weten over deze fascinerende vitamine en haar gezonde mogelijkheden.

Lang dachten we dus dat het wel goed zat met de inname van vitamine C, aangezien vitamine C rijke voedingsmiddelen sinds de 2e wereldoorlog, in theorie tenminste, voor iedereen via de supermarkt eenvoudig toegankelijk werden. Vitamine C rijke aardappelen, lang een van de meest gebruikte dagelijkse voedingsmiddelen in Nederland en een aanzienlijke bron van ascorbinezuur. En ondanks dat verhitting het vitamine C gehalte doet dalen waren aardappels een wezenlijke bron van inname. Inmiddels zijn o.a. pasta, rijst, gierst bulk aardappels voor een deel gaan verdringen en deze bevatten geen vitamine C van betekenis. En ook louter het bestaan van voedselbanken, die we sinds de jaren ’60-’70 nooit eerder in de huidige omvang gezien hebben, zou ons al op het spoor gezet kunnen hebben dat een adequate vitamine C inname niet langer vanzelfsprekend was. Naast financiële beperkingen vragen ook andere gezondheidsfactoren, zoals de darmopname capaciteit, of een eenzijdig voedingspatroon blijvende alertheid vragen voor een goede vitamine C voorziening.

Dit zijn dan ook exact de doelgroepen waarvoor het tijdschrift haar lezers wil motiveren extra waakzaam te zijn. In de algehele bevolking bleek uit een publicatie van 2009 ruim 7% van de Amerikanen extra aandacht voor vitamine C nodig te hebben op basis van hun bloedspiegel waarden. In het Verenigd Koninkrijk bleek, in 2008 gepubliceerd, dat bij de sociaal economisch minder fortuinlijken bij vrouwen dat percentage wel kon oplopen tot 16% en bij mannen zelfs tot 25%. Op een totale bevolking van tientallen miljoenen betreft dat dus enorme aantallen. Vertaald naar de praktijk van de Britse spreekkamer zouden dat tenminste enkele, tot wel meer dan 10 gevallen per week moeten zijn! Ongetwijfeld zal de situatie in Nederland niet veel anders zijn, en de drie casus’ uit het NTvG illustreren enkel het topje van een serieuze ijsberg.

Vitamine C ook voor mentale scherpte en emotioneel welzijn

Vitamine C is overigens niet enkel van belang voor het immuunsysteem. Ook bindweefsel bijvoorbeeld in bloedvaten, tandvlees, huid of gewrichten en energieproductie en bloedaanmaak zijn afhankelijk van vitamine C. Minder bekend is dat ook ons brein voor een gezond mentaal functioneren voordeel van vitamine C ondervindt.

De neurotransmitter noradrenaline, die onder andere voor een goede stemming, heldere realiteitstoetsing en energieke mentale scherpte zorgt, is voor zijn productie namelijk compleet van vitamine C afhankelijk.

En de absoluut minimale hoeveelheid aan vitamine C blijkt daarbij niet automatisch de optimale hoeveelheid te zijn. De ADH waarde voor vitamine C is door de decennia heen, op basis van voortschrijdend inzicht, dan ook diverse malen fors naar boven bijgesteld: van ooit 10 mg per dag, inmiddels tenminste 70 mg per dag. En in sommige landen al op 100 mg gesteld. Want een geringe lange termijn onderverzorging met deze vitamine, brengt vaak andere thema’s met zich mee dan een forse korte termijn onderverzorging.
Natuurlijk bestaat er ook zoiets als overmaat en wie een gevoelige maag heeft kan wellicht beter een niet zure / gebufferde variant vitamine C gebruiken. Wanneer er tot maximaal 1000mg per dag geconsumeerd word, wordt vitamine C als erg veilig gezien. De mens hoort trouwens tot een van de de weinige soorten die niet in staat zijn om uit suiker zelf vitamine C te produceren omdat wij het enzym dat daarvoor nodig is ontberen. Nog een reden waarom Homo Sapiens een bijzonder buitenbeentje is in het dierenrijk. .

Wij zijn in elk geval verheugd met deze aandacht voor het belang van goede voeding voor onze gezondheid en hopen dat het beklijft in de zorg gemeenschap. Naast eerder aandacht voor de vitamine D status bij de Nederlandse bevolking in de afgelopen jaren, en nu dus recent vitamine C in de spotlight, zijn wij ervan overtuigd dat hier nog meer microvoedingsstof publicaties zullen volgen de komende jaren. Want ook bijvoorbeeld de voedingstoestand van jodium, selenium, Omega-3 visolievetzuren of magnesium en impact daarvan op onze gezondheid kunnen bij menigeen extra aandacht verdienen. Magnesium is overigens gekozen tot supplement van het jaar 2023. En vitamine D en Omega- op resp. plek 2 en 3. En de Magnesium wordt bij Vitaminecompleet standaard dus met extra vitamine C en D geleverd. Past bij onze filosofie.


“Wie dat wat voor de hand ligt over het hoofd ziet, moet vaak duizend mijl omlopen.”

— taoïstische volkswijsheid

Samen simpel de zorg iets betaalbaarder maken

Naast het onnodig mislopen van een simpele, goedkope en veilige aanvulling met vitamine C kan een gebrek aan aandacht voor vitamine C bij zorgprofessionals ook nog eens onnodige zorgkosten van niet geringe omvang met zich meebrengen. Onnodige onderzoeken, scans en dure patent interventies kosten dan ook onnodige euro’s. Euro’s die we bij schaarse middelen toch liever doelmatiger ingezet zouden hebben. Nog los van dat er dan niet aan de causale bron gewerkt wordt.

Aandacht voor gezonde en gevarieerde voeding is dus cruciaal en onvervangbaar. En herhaling van deze boodschap kan geen kwaad, maar leidt klaarblijkelijk niet automatisch tot een betere vitamine C voorziening.

Met een “zo min mogelijk producten op je aanrecht”-filosofie probeert Vitaminecompleet je te ondersteunen daarbij. Met onze supplementen ben je namelijk in elk geval gegarandeerd dagelijks voorzien van tientallen essentiële micro-voedingsstoffen. Inclusief een veilige ruime hoeveelheid vitamine C in onze Multivitamine (200 mg per tablet) en nog een extra portie in onze Magnesium formule (250 mg per tablet). Als je die twee verspreid over de dag inneemt heb je meteen ook een mooie dagspiegel. Want vitamine C is als wateroplosbare vitamine niet makkelijk lange termijn op te slaan in je lijf en de bloedspiegel daalt gestaag met de urine die je uitscheidt.

Met kwalitatief hoogwaardige, complete en betaalbare producten en interessante relevante informatie proberen wij al sinds 1998 onze missie vorm te geven: een wezenlijke en zinvolle bijdrage leveren aan gezondheid, vitaliteit en welzijn in de samenleving. Niet alleen steeds meer cliënten waarderen dat, maar ook een groeiend aantal hoogleraren blijkt de laatste jaren suppletie in de echte wereld bepaald nog niet zo’n gek idee te vinden.