Climate Change

Klimaatverandering vermindert micronutriënten in onze voeding.

Recent besteedden wij aandacht aan de gestage afname van vitaminen, mineralen en spoorelementen in de landbouwgrond in Nederland.

De drie meetmomenten, die door de onafhankelijke onderzoeksinstantie gerapporteerd werden, besloegen de periode tussen 1985 en 2002. In dit tijdsbestek was er een afname over de volledige breedte te zien. En de gemelde afname nam soms ronduit verontrustende omvang aan. In dit rapport worden als oorzaken van deze bodemuitputting onder andere eenzijdige kunstmest bemesting en de invloed van bestrijdingsmiddelen gedurende de laatste 50 jaar aangewezen. Een uitstekende landbouwstrategie ten tijde van de voedselschaarste van de naoorlogse periode. Maar deze aanpak is dus, zoals te voorzien was, niet zonder gevolgen gebleven.

Het probleem van bodemverschraling speelt overigens zeker niet enkel in Nederland. In grote delen van Afrika, maar ook dichterbij, bijvoorbeeld in Spanje, is er sprake van een verontrustende toename aan verwoestijning. In grote delen van België en Duitsland en Nederland hebben recent nog ongekende wolkbreuken geleid tot catastrofale overstromingen.

In een recente publicatie (The Potential Impact of Climate Change on the Micronutrient-Rich Food Supply ​​- Adv Nutr. 2022 Feb 1;13(1):80-100) wordt de invloed van het extremere weer ten gevolge van klimaatverandering op bodemverschraling onder de aandacht gebracht. De afwisseling van episodes met intense droogte en overvloed aan neerslag zorgt voor structurele erosie enerzijds, en uitwassing van mineralen en spoorelementen anderzijds. De auteurs spreken hun bezorgdheid uit voor deze impact van klimaatverandering op de wereldwijde voedselvoorziening van micronutrient-rijke voedingsmiddelen.

Zolang we geen goede oplossing voor deze toenemende bodemuitputting vorm hebben weten te geven is er dus alle reden om een aanvulling met onmisbare micro-voedingsstoffen dagelijks veilig te stellen door middel van supplementen gericht op de aangetoonde knelpunten. Zoals we in de afgelopen blogs besproken hebben is een groeiend aantal hoogleraren dan ook inmiddels van mening dat aanvulling wel degelijk een zinvolle afweging kan zijn. Te meer omdat gebleken is dat het een behoorlijke uitdaging is om dagelijks te eten volgens de Richtlijnen van het Voedingscentrum. En die Richtlijnen zijn ook nog eens bestemd om het merendeel van de gezonde(!) bevolking gezond te houden. Dus zeker geen optimale richtlijnen. Niet vreemd dus dat ook het Voedingscentrum, naast de centrale aandacht voor gezonde voeding, over de jaren gestaag groeiend aan een uitdijende waaier van doelgroepen aanvulling adviseert. Voor grote groepen Nederlanders is hun advies voor suppletie met vitamine D of visolievetzuren van toepassing. Eerder hebben wij in een blog al melding gemaakt van de seleniuminname in Nederland -waarbij overigens de impact van bodemverschraling niet eens is meegewogen! -.
In een van onze volgende blogs zullen we aandacht besteden aan de jodiumvoorziening in Nederland. Een aandachtspunt waar recent ook Prof. Jaap Seidel expliciet naar verwees.

Met een routine van dagelijkse aanvulling met supplementen maken we ‘t ons allemaal dan toch net wat makkelijker. En daarmee houden we dan samen ook nog wat extra tijd en energie over om die andere uitdagingen, zoals klimaat, vergrijzing, woningnood en meer, met nét wat frisser elan tegemoet te treden. En ook het grote leed, waar we geen invloed op hebben, kunnen we mogelijk net wat veerkrachtiger verdragen.

Climate change: een kleine filosofische bespiegeling

Het appèl van de, in 1994 op 92 jarige leeftijd overleden, hoogleraar en wetenschapsfilosoof Prof. Karl Popper herinnert ons eraan dat wie zich enigszins bevoorrecht weet, een “morele plicht tot optimisme” dient te cultiveren. Karl Popper heeft ons als wetenschapsfilosoof niet alleen verrijkt met het briljant eenvoudige inzicht dat falsificeren heet. Een betrouwbare methode die ons net weer een (klein?) beetje dichter bij waarheidsvinding kan brengen. En falsificeren behoedt ons tenmínste er enigszins voor om niet louter in eindeloze tunnelvisies van gelijk-bewijzerij te verdwalen. Niet álle zwanen zijn immers wit, louter omdat we er weer eens een zijn tegengekomen. Iets is ook niet automatisch waar als iemand, waar we -al dan niet toevallig- fan van zijn, dat met stelligheid de wereld in slingert. Wat waar is, is niet altijd voor de hand liggend, wat voor de hand liggend lijkt is nog niet altijd waar. Wetenschap is 99% transpiratie en 1 % inspiratie wist ook Albert Einstein.

Prof. Popper stond in zijn inzicht in de waarde van falsificatie, zo schatten wij in, ongetwijfeld op de schouders van filosofische reuzen als Plato en diens leermeester Socrates. En wij hopen voorzichtig schuifelend weer op de schouders van de falsificatie plaatse te mogen nemen om een nog ruimere blik van verwondering te mogen werpen op de het leven.

Interessant is overigens dat, uit falsificerend onderzoek is gebleken, dat optimisme bij de mens weliswaar de overleving kan dienen maar tegelijkertijd juist weer de waarheidsvinding enigszins kan vertroebelen: een fenomeen dat wetenschappelijk ook wel bekend staat als de zogenaamde Optimism Bias.

Hadden we al eens gezegd dat we dol zijn op het spiegelpaleis dat “Paradoxen” heet…:))..?

Give peas a chance

Give peas a chance

Karl Popper’s levenslange aandacht voor het belang van, en het streven naar, een open en op waarheidsvinding gebaseerde, humane samenleving lijkt ons juist nu, met alle uitdagingen in de wereld, onverminderd actueel. Een oproep voor openheid en daaruit resulterende oprechte consideratie met onze medemens en daarmee ook de natuur is trouwens van alle beschavingen en van alle tijden. Ook voor non-confessionelen, niet wetenschappers of agnosten bevat bijvoorbeeld het franse staatkundige ideaal “Liberté, egalité, fraternité” (Vrijheid, gelijkheid, broederschap) of het Zonnelied, een mystiek gedicht uit de 13e eeuw, genoeg materiaal voor dagelijkse inspiratie als herinnering aan onze onvermijdelijk diepe en rechtvaardige danwel rechtschapen verbondenheid met ál onze broeders en zusters. En “broeders en zusters” dat betekent in het Zonnelied voor de dichter expliciet óók: Broeder zon, Zuster maan en sterren, …wind, …water,… vuur… en aarde. Een klassiek gedicht dat inmiddels wellicht ook te duiden valt als een ecologisch appèl avant la lettre. De Gaia hypothese van James Lovelock en Lynn Margulis liet nog enkele eeuwen op zich wachten. Margulis zette zich ook succesvol in om het idee dat alle bacterieen louter slecht en gevaarlijk waren te falsificeren. U weet wel, probiotica enzo. Van het grootste tot het kleinste zijn we verbonden in het miraculeuze web van het leven op deze planeet.

Goed om te herinneren zeker wanneer het leven bij tijd en wijle zijn meest verontrustende aangezichten laat zien. Dat is immers nog geen absolute reden om ál te zeer van streek van te raken, onze diepe verbondenheid uit het oog te verliezen en uit onevenwichtigheid onze compassie voor de minder fortuinlijken en de van ons afhankelijken compleet uit het oog te verliezen.

Wat extra aandacht investeren in het ontwikkelen van een goed “gevoel voor verhouding” en “relativeren tot een humane maat van wederkerigheid’ laat bovendien ook de ruimte spontaan oprijzen om onze eigen zegeningen te kunnen tellen. En misschien meer nog dan zegeningen te tellen, een aansporing te voelen om vooral ook onze, in de schoot geworpen zegeningen, als niet-vanzelfsprekendheden op intrinsiek, existentiële waarde te schatten.

Want zeg nou zelf. Wie wil er nou werkelijk in een samenleving leven waarvan de inwoners “enkel de prijs van álles, en de waarde van níets kennen” of dusdanig in een Optimism Bias verdwaald zijn dat men in de stellige overtuiging komt te leven dat succes, afkomstig van vrouwe Fortuna, een recht is. Of dat eigen bijdragen aan succes louter en alleen gebaseerd zijn op eigen verdiensten. Of waar men geen enkele boodschap heeft aan Poppers’ variant op noblesse oblige van zijn “plicht tot optimisme” .

De schrijver-avonturier-piloot Antoine de Saint-Exupery (29 June 1900 – 31 July 1944) en dus tijdgenoot van Karl Popper wist al het bovenstaande veel fraaier samen te vatten in één zin. Wellicht de beroemdste zin, uit zijn beroemdste werk, waar we- bent u er nog?…;))- bovenstaande bespiegelingen in al haar hoogdravendheid over bescheidenheid en alledaagse medemenselijkheid, graag mee willen samenvatten.
(U kent onze voorliefde voor Paradoxen al?)

“Enkel met het hart kan men goed zien. Het essentiële is onzichtbaar voor de ogen.”
Uit: Le Petit Prince (1943)