Gelukkiger ondanks/dankzij pech…?

Geluk uit “meer genieten” staat inmiddels al jaren met stip op één onder de meest favoriete levensinvullingen in moderne Westerse samenlevingen. Het “maximale aan plezier eruit halen” is daarmee voor velen een richtsnoer in het dagelijkse leven geworden.
In de praktijk blijkt het “nastreven van geluk” nogal eens verward te worden met “het recht op geluk”. Wie een groot gevoel van “recht op geluk” cultiveert, verkeert daardoor ook vaker in de veronderstelling dat er iets mis is als men zich eens een tijd wat minder gelukkig voelt of er weinig te genieten valt en het leven daarmee “saai” of “eentonig” lijkt te worden.
Terwijl het evident en onvermijdelijk is dat bij ieder van ons tegenslag zich als een ingeweven levenservaring van tijd tot tijd openbaart. We zullen dan ook allemaal regelmatig enige mate van frustratie, verlies en verdriet tegenkomen. En wie meent dat het leven hem enkel geluk behoort te verschaffen legt het leven, en daarmee zichzelf, toch wel een onhaalbaar hoge lat. En daar word je nou niet bepaald gelukkiger van!

cat tail2

Ook in de oude Griekse levensfilosofie was men zich terdege bewust van de rol die de onvermijdelijke “onfortuinlijkheid” in het leven inneemt en dat juist jezelf bekwamen in een vaardige omgang met de minder gelukkige episodes in je leven een sterke toevoeging aan je levensgeluk vormt. Een mooie paradox dus: door onverminderd geluk te verwelkomen – je hoeft geen masochist te worden – maar het niet drammerig op te willen eisen en een attitude van acceptatie en het cultiveren van vaardige stress-coping neemt het geluk ook bij pech toe! Wie de “ik-moet-me-altijd-gelukkig-voelen” neurose herkent en ontmantelt doet zijn levenskwaliteit stijgen.
En waar “geluk” staat zou je natuurlijk ook begrippen als “respect” of “waardering” kunnen invullen: iets laconieker zijn in de eisen die je aan het leven en je medemens stelt zou je ook zomaar nog eens juist meer waardering en respect kunnen opleveren. Niemand wordt tenslotte enthousiast van de al te narcistische medemens, die opgezadeld is geraakt met een buitensporige mate van “entitlement”. Nog zo’n mooie paradox.

Geluk lijkt daarmee wel wat op de staart van een kat: door ‘m al te enthousiast achterna te jagen blijft ‘t geluk steeds vermoeiend op enige afstand. Met wat meer vertrouwen blijkt ‘t geluk, als je af en toe eens achterom kijkt, je ook nog eens gewoon structureel te willen volgen. En ja, soms blijft die staart ook wel eens ergens pijnlijk achter hangen.